We zijn weer overgeschakeld naar het winteruur. Dat wil zeggen dat het vanaf nu ook vroeger donker is. Daardoor wint zien en gezien worden in het verkeer alleen maar aan belang. Maar dat is niet altijd evident. Zo blijkt dat de afstelling van koplampen al enkele jaren op rij het meest voorkomend afkeurpunt is bij de autokeuring.
Ongeveer 1 op 20 auto’s worden afgekeurd voor slecht afgestelde koplampen. Nochtans is dit cruciaal voor de verkeersveiligheid. Schijnt de lichtbundel te laag, dan kun je niet ver genoeg vooruit kijken. Schijnt de lichtbundel te hoog, dan kunnen andere weggebruikers verblind worden.
Er is dus een ideale zone waarbinnen de lichtbundel het best schijnt. Deze zone is afhankelijk van de montagehoogte van de koplampen boven het wegdek. Rondom de ideale zone is er een tolerantiezone. Schijnt de lichtbundel buiten deze zones, dan wordt de auto afgekeurd. Het is het meetapparaat dat zegt of het goed of slecht is, niet de inspecteur.
Hoe moet je de koplampen dan afstellen? De juiste neerwaartse helling van de lichtbundel wordt onder de motorkap dicht bij elke koplamp aangegeven. Voor een juiste afstelling moet de auto onbeladen zijn, met één persoon achter het stuur. Een eventueel aanwezige niveauregeling moet in de nulstand staan.
Afgekeurd worden, even een blokje omrijden, en plots wél goedgekeurd worden. Hoe kan dat? Als de lichtbundel net voorbij de grens schijnt, dan kan de kleinste schok ertoe leiden dat een herkeuring positief uitdraait. Toch schijnt de lichtbundel dan al ver buiten de ideale zone.
Hou daarom rekening met de meetvoorwaarden die de fabrikant aangeeft. Zo worden je koplampen gegarandeerd goedgekeurd en maak je het verkeer weer veiliger.
Sectorfederatie GOCA Vlaanderen en haar leden-ondernemingen maakten hier een korte & heldere animatievideo over.